NSC-longkanker: de meest voorkomende behandelingen per stadium

Zoals eerder besproken in het eerste artikel gewijd aan longkanker, manifesteren ze zich in 80-85% van de gevallen in de vorm van NSCLC (niet-kleincellig longcarcinoom), afbreekbaar in zijn ondersoorten: adenocarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en grootcellig carcinoom . In dit artikel zullen we de verschillende behandelingsmethoden presenteren die vandaag de dag beschikbaar zijn, aangezien hun behandeling en hun prognose (perspectieven) vaak vergelijkbaar zijn. Om de opties voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) te definiëren, beginnen we met de definitie van het ontwikkelingsstadium van de kanker en houden we vervolgens rekening met andere factoren, zoals de algemene gezondheid en longfunctie. Sterker nog, afhankelijk van de specificiteit van het geval, kan meer dan één behandelingsmethode worden gebruikt. Veelvoorkomende behandelingen omvatten palliatieve zorg, chirurgie, chemotherapie en radiotherapie. Natuurlijk moeten mensen met longkanker, als eerste maatregel om de ziekte te bestrijden, worden aangemoedigd om te stoppen met roken , hoewel er geen hard bewijs is dat aantoont dat stoppen met roken kan leiden tot een langere levensverwachting.

Stadiëring van NSCLC

Occult-stadium: Kankercellen worden gevonden in sputum, maar er kan geen tumor in de long worden gevonden door beeldvormend onderzoek of bronchoscopie, of de tumor is te klein om te worden onderzocht. Stadium 0: Kanker in dit stadium staat ook bekend als carcinoma in situ. De kanker is klein van formaat en heeft zich niet verspreid naar dieper gelegen longweefsels of buiten de longen. Stadium I: Kanker kan aanwezig zijn in het onderliggende longweefsel, maar de lymfeklieren blijven onaangetast. Stadium II: De kanker kan zich hebben verspreid naar nabijgelegen lymfeklieren of naar de borstwand. Stadium III: De kanker blijft zich verspreiden van de longen naar de lymfeklieren of naar nabijgelegen structuren en organen, zoals het hart, de luchtpijp en de slokdarm. Stadium IV: De kanker is uitgezaaid, of verspreid, buiten de longen naar andere delen van het lichaam. Ongeveer 40% van de NSCLC-patiënten krijgt de diagnose longkanker wanneer ze zich in stadium IV bevinden. De vijfjaarsoverlevingskans voor degenen met de diagnose longkanker in stadium IV is minder dan 10 procent. In dit stadium is chemotherapie vaak de aanbevolen behandeling, terwijl immunotherapie ook als secundaire aanpak kan worden aanbevolen.

Behandelingen voor NSCLC-stadia

Occult stadium: aangezien er geen duidelijke tumor aanwezig is, kunnen bronchoscopie of beeldvormend onderzoek gewoonlijk periodiek worden herhaald om een tumor op te sporen en de voortgang ervan te bepalen. Stadium 0: omdat kanker in stadium 0 niet diep in het longweefsel is doorgedrongen, is deze gewoonlijk alleen te behandelen met een operatie , waarbij geen chemotherapie of radiotherapie nodig is. Slechts in enkele gevallen kunnen behandelingen zoals fotodynamische therapie (PDT), lasertherapie of brachytherapie (inwendige bestraling) alternatieven zijn voor een operatie. Stadium 1: in het geval van stadium I NSCLC kunnen verschillende chirurgische benaderingen worden overwogen: lobectomie (extractie van de aangetaste longkwab) of segmentectomie / wigresectie (extractie van een kleiner stuk van de long) voor zeer kleine stadium I tumoren. In geval van ernstige gezondheidsproblemen, waarbij een operatie niet zou worden verdragen, kan stereotactische lichaamsbestraling (SBRT) worden overwogen. Bovendien kan radiofrequente ablatie (RFA) worden geëvalueerd als de tumor klein is en zich aan de buitenkant van de long bevindt. Stadium 2: In dit stadium is een lobectomie of sleeve-resectie mogelijk niet voldoende. Hierbij moet de gehele long worden verwijderd (pneumonectomie), waarbij ook alle lymfeklieren met kanker worden verwijderd. Als er na de operatie nog steeds kankercellen aanwezig zijn, kan een tweede operatie worden uitgevoerd, gevolgd door chemotherapie (chemo). Stadium 3A: Bij stadium IIIA NSCLC is een combinatie van radiotherapie, chemotherapie en/of chirurgie mogelijk. Dit zorgt ervoor dat een oncoloog, een radiotherapeut en een thoraxchirurg betrokken zijn bij de behandelplanning. De behandeling begint meestal met chemotherapie, vaak gecombineerd met radiotherapie; een operatie is mogelijk als de arts van mening is dat er omstandigheden zijn om de resterende tumor te verwijderen. Als een operatie, radiotherapie of chemoradiotherapie niet acceptabel worden geacht, is immunotherapie met pembrolizumab een optie als eerste behandeling. Stadium 3B: We hebben te maken met kanker die zich heeft verspreid naar de lymfeklieren buiten de aangedane long, in de buurt van de andere long, in de nek en andere thoracale structuren, waardoor deze niet volledig operatief kunnen worden verwijderd. Als de patiënt over het algemeen een goede gezondheid heeft, kan chemotherapie in combinatie met radiotherapie een behandeling zijn. Anders wordt de patiënt alleen met radiotherapie behandeld.