Welke soorten longkanker zijn er?

De longen zijn twee sponsachtige organen in de borstkas. Binnenin bevinden zich lobben, de zogenaamde longkwabben: drie voor de rechterlong en twee voor de linkerlong (het hart neemt aan die kant meer ruimte in beslag).

Tijdens het inademen komt lucht de longen binnen. Eerst gaat het door de mond of neus, om vervolgens door de luchtpijp te gaan, die zich verdeelt in kleinere buisjes, de bronchiën , en in fijnere vertakkingen, de bronchiolen, met aan de uiteinden de alveoli . Ze vervullen de belangrijkste taak van de longen: ze absorberen zuurstof die door de bloedsomloop wordt ingeblazen en onttrekken tegelijkertijd koolstofdioxide aan het bloed om het bij het uitademen uit te stoten. Longziekten beginnen vaak in de cellen die de bronchiën bedekken en in delen zoals de bronchiolen of alveoli. Er zijn twee hoofdtypen longkanker, met verschillende behandelingen: niet-kleincellige longkanker (NSCLC) en kleincellige longkanker (SCLC).

Niet-kleincellige longkanker

In ongeveer 80-85% van de gevallen presenteert longkanker zich als NSCLC , dat verschillende subtypes kent: adenocarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en grootcellig carcinoom. Hoewel ze ontstaan vanuit verschillende celtypen, hebben ze vaak een vergelijkbare behandeling en prognose.

Adenocarcinoom: gelokaliseerd in de buitenste delen van de longen, verspreidt zich meestal naar cellen die stoffen zoals slijm afscheiden; typisch voor rokers (of ex-rokers), adenocarcinoom is ook het meest voorkomende type bij niet-rokers. Het komt vaker voor bij vrouwen en heeft een grotere impact op jongeren dan andere vormen van longkanker.

Plaveiselcelcarcinoom : dit type kanker wordt vaak in verband gebracht met langdurig roken. Het komt voor in het centrale deel van de longen, vlak bij de bronchiën en bij de plaveiselcellen, platte cellen die de binnenkant van de luchtwegen in de longen bekleden.

Grootcellig (ongedifferentieerd) carcinoom : lokaliseerbaar in elk deel van de long, groeit en verspreidt zich snel. Er is een subtype van dit carcinoom, bekend als grootcellig neuro-endocrien carcinoom, dat zeer snel groeit en daardoor sterk lijkt op kleincellig longkanker.

Kleincellige longkanker

Bij de resterende 10-15% van de longkankergevallen gaat het om kleincellig longkanker (SCLC), ook wel havercelkanker genoemd. Deze vorm van longkanker groeit sneller dan NSCLC; daarom heeft ongeveer 70% van de mensen met kleincellig longkanker op het moment van diagnose al uitgezaaide kanker. Maar omdat de ontwikkeling snel verloopt, reageert kleincellig longkanker goed op chemotherapie en radiotherapie. Helaas komt de kanker bij de meeste mensen vroeg of laat terug.